`

Agenda

Fraudezaken Participatiewet; actualiteiten en jurisprudentie

Fraudezaken Participatiewet; actualiteiten en jurisprudentie

Volledig geactualiseerd met de meest recente jurisprudentie!

Na het volgen van deze bijeenkomst heeft de cursist een compleet en actueel inzicht in de inhoudelijke rechtsvragen en bewijsrechtelijke indicaties die spelen bij hoofdverblijf-, woonsituatie- en middelenfraude op grond van de Participatiewet.

Deze bijeenkomst bevat een inhoudelijke uitwerking van alle deelstappen in het werkproces handhaving in een Pw-fraudezaak, toegepast op de drie hoofdvormen van Pw-fraude zoals de rechter die ziet. U weet zo beter per type inhoudelijke Pw-fraude, welke eisen de rechter aan het Pw-fraude-onderzoek stelt en het hierop gebaseerde besluit.

Voor een dieper inzicht in deze deelstappen in het werkproces handhaving, niet alleen op inhoud maar ook op procedureel vlak (afgeleid van de procedurele stappen in de rechterlijke toetsing), wordt verwezen naar de Masterclass Administratief Bewijsrecht

Onderwerpen

Het algemene kader in de Participatiewet-fraudezaken

Het onderscheid bewijslast cliënt en onderzoeksplicht college i.v.m. het onderscheid tussen besluiten op:

  • Aanvraag en ambtshalve besluiten
  • De beoordelingsperiode van het onderzoek én het besluit
  • Het onderscheid tussen aantoon- en inlichtingenverplichting bij besluiten op aanvraag
  • Bewijsvermoeden, omkering van bewijslast en bewijsnood
  • Soorten bewijsmiddelen en de toets aan het proportionaliteits- en subsidiariteitsbeginsel in verband met de beoordeling van de (on)rechtmatigheid van het verkregen bewijs
  • Bewijsrechtelijke eisen i.v.m. het afwijzings-, beëindigings- en intrekkingsbesluit
  • Vaststelling van de rechtsvraag in een PW-fraudezaak als kompas voor het feitenonderzoek
  • De bewijskracht van een bewijsmiddel en de beoordeling van steunbewijs

Rechtsvragen en feitelijke vragen bij hoofdverblijffraude

  • Het begrip “woonplaats” in artikel 40, lid 1 PW en het begrip “woonstede” in het BW
  • Het onderscheid tussen “zelfstandige” en “onzelfstandige” “woonruimte
  • Juridisch kader i.v.m. hoofdverblijf: hoofd- en onderhuur, kostganger, kamerbewoner etc.
  • Tijdelijk verblijf buiten de gemeente a.g.v. verblijf in stelling, detentie, buitenland of bij familie
  • De inlichtingenplicht van de adresloze ivm. hoofdverblijf
  • Verzwegen hoofdverblijf elders en de samenloop met woonsituatie- en middelenfraude
  • De bewijskracht van het Gba, het huisbezoek en andere vormen van bewijs i.v.m. hoofdverblijf

Rechtsvragen en feitelijke vragen bij woonsituatiefraude

  • De toets “hoofdverblijf” bij een gezamenlijke huishouding en (on)geldige bewijsindicaties
  • De toets “wederzijdse zorg” bij een GH en (on)geldige bewijsindicaties
  • De onweerlegbare rechtsvermoedens i.v.m. een GH
  • De LAT-, kostganger- en onderhuurrelatie als woningdeling onderscheiden t.o.v. de GH
  • De zorgrelatie, al dan niet tussen 2e graads bloedverwanten, als uitzondering op de GH
  • Wijziging van beëindigingsgrond GH naar schending inlichtingenplicht over woon-/leefsituatie
  • Omkering bewijslast en GH en het belang bij terugvordering van de verzwegen partner
  • Het onderscheid duurzaam gescheiden leven en verbreking van de informele samenwoning

Rechtsvragen en feitelijke vragen bij inkomensfraude

  • Onderscheid periodiek inkomen - naderhand verkregen inkomen en toerekening naar periode
  • Verzwegen derde geldstroom uit hoofde van inkomsten, leningen of vermogen (onverklaarbare contante stortingen, geldopnames, uitgavenpatroon)
  • Onduidelijkheid over looninformatie bij inmiddels opgeheven uitzendbureau’s
  • Ernstige en structureel bovenmatig bestedingspatroon zonder controleerbaar bewijs
  • Verzwegen inkomsten uit hennepkwekerij, autohandel en internethandel
  • Verzwegen op geld waardeerbare werkzaamheden/toets fictief inkomen

Rechtsvragen en feitelijke vragen bij vermogensfraude

  • Het bewijsvermoeden bij tenaamstelling van vermogen
  • De beschikbaarheid van en de beschikkingsmacht over het vermogen
  • Bewijslast bij intering vermogen en gevolgen voor de interingsnorm bij verzwegen vermogen
  • Gevolgen terugvordering bij geringe vermogensoverschrijding gedurende langere tijd
  • De vermogensberekening en de 30-dagentermijn

Creatieve inkomensvormen

  • Informele familie-ondersteuning en de boodschappen-affaire in samenhang met de contante stortingen – en geldleningsjurisprudentie
  • Actua nadere onderzoeksverplichting van het college in Pw-fraudezaken ivm. op geld waardeerbare arbeid + de schattingsjurisprudentie
  • Pw en crypto-currency
  • De risico-branches

Doelgroep

Deze cursus is speciaal geschreven voor consulenten, klantmanagers, fraudepreventiemedewerkers, juridisch medewerkers, ervaren klantmanagers rechtmatigheid, toezichthouders, handhavers en sociaal rechercheurs die op de hoogte willen zijn van de laatste gewijzigde jurisprudentie over de gezamenlijke huishouding en gewijzigde jurisprudentie over de middelentoets en die belangstelling hebben voor een bewijsrechtelijke insteek hierbij.

Expertisecentrum en helpdesk

Heb je na de training nog vragen? Wij helpen je graag verder. Tot drie maanden na de cursus is deze service zelfs gratis als we je vragen per mail of telefonisch kunnen beantwoorden. Maak daar gebruik van: ons expertisecentrum staat voor je klaar!

Kosten

De kosten voor de cursus zijn € 445,- p.p. excl. btw. De gemeente kan de Btw verrekenen met haar Btw-compensatiefonds.

Meer informatie

Wil je graag meer weten of heb je specifieke vragen over de training? Neem gerust contact op. Onze contactinformatie vind je bovenin de rechterkolom van deze pagina.

Incompany

We verzorgen deze training ook incompany. Het programma wordt dan helemaal op maat ingevuld, met zeer gerichte aandacht voor de uitdagingen en kansen binnen jouw organisatie. Wil je een opleidingsvoorstel aanvragen of gewoon even overleggen over de wensen en mogelijkheden? Klik dan op de Incompany-button in de rechterkolom van deze pagina. Liever eerst even contact via telefoon of e-mail? Kijk dan in de rechterkolom, want daar vind je onze contactgegevens.

portret van docent Harry van der Linden

Uw docent

Harry van der Linden

Mr. Harry van der Linden werkt als juridisch kwaliteitsmedewerker met de taakaccenten Handhaving en Bezwaar en Beroep. Hij is op het scherpst van de snede in zaken waarin administratief bewijsrecht en het Awb-bestuursprocesrecht centraal staan (met focus op de methodiek van rechterlijke toetsing), recht door zee en liefhebber van een multidisciplinaire benadering van problemen daar waar dat nodig is.

Harry geeft zijn cursisten alle ruimte om vragen te stellen en is zeer goed ingevoerd in jurisprudentie. Hij presenteert zijn cursisten graag verrassende inzichten en onverwachte invalshoeken. Want ‘gaan voor een juridisch gelijk en juridische precisie is één, het vinden en behouden van draagvlak voor een echte oplossing is een ander verhaal.’ Aldus Harry. Dat is dus wat je (ook) leert tijdens zijn training: ga “niet-geharnast” zaken in, leef je in en heb respect voor de wederpartij en zoek naar praktische oplossingen in een juridisch kader die voor beide partijen aanvaardbaar zijn.

portret van Onderwijsteam

Voor info neem contact op met:

Onderwijsteam

Mariënburggroep

055-7998030

Gemiddelde beoordeling
8,4
25 jaar
Dé gemeente en overheidsopleider
50.000+
Professionals
350+
Gemeenten